// 7 vragen aan Eva Flantua //
De coronacrisis vraagt om creatieve ideeën en oplossingen. En laat die creatieve ideeën maar aan SFYN’ers over. In deze serie vragen wij ondernemende SFYN’ers het hemd van het lijf over hun bedrijf én anti-corona initiatief.
Deze week praten we met Eva Flantua. Eva is gastronoom en gek op Flevoland. In de coronatijd zette ze de Flevour Box op, met allerlei producten uit de polder. Redacteur Eline vraagt haar het hemd van ’t lijf; over wat ze allemaal doet, hoe ze daar gekomen is en wat Flevoland te bieden heeft.
1. Wie ben je en wat doe je?
Ik ben Eva en ik ben werkzaam als gastronoom. Na het afronden van mijn master aan The University of Gastronomic Sciences (UNISG) heb ik besloten om mijn eigen werk te ‘creëren’, te doen wat ik echt leuk vind en dichtbij mezelf te blijven. Anderhalf jaar geleden heb ik ervoor gekozen mijn eigen bedrijf op te richten en met Studio Daagsch de Flevolandse gastronomie op de kaart te zetten.
2. Je bent dus gastronoom. Hoe heb je besloten dit te worden? En wat doe je als gastronoom?
Dat ging eigenlijk een beetje vanzelf. Ik studeerde af van UNISG als gastronoom en de kijk op gastronomie die ik daar mee gekregen had, wilde ik graag vasthouden en introduceren in Nederland. Dus ik dacht, als ik mijzelf gastronoom blijf noemen, krijg ik in ieder geval de kans deze benadering toe te lichten.
De gangbare betekenis van gastronomie verwijst naar specifieke manieren om te koken en voedsel te bereiden. Maar voor mij heeft gastronomie een bredere en diepere betekenis. Gastronomie heeft namelijk te maken met menselijke conditie: passie en liefde voor het leven. Gastronomie is geen wetenschap of discipline, maar een multidisciplinaire benadering. Het gaat over verenigen. Het samenkomen van landbouw, politiek, klimaat, technologie en cultuur. Het zijn al deze elementen die uiteindelijk invloed hebben op hetgeen we serveren in restaurants en eten aan onze eigen keukentafel.
Met mijn werk probeer ik bij te dragen aan de ontwikkeling van de provincie Flevoland en de Nederlandse gastronomie. Als gastronoom bestudeer je voedsel niet als object, maar bestudeer je de wereld door de ogen van voedsel. Zo ben ik werkzaam door de hele voedselketen heen en is mijn werk ontzettend divers. Samen met inwoners, boeren, chefs en beleidsmakers zorgen we ervoor dat Flevoland bekend gaat staan als een plek waar de meest waardevolle landbouwgrond te vinden is (en blijft), waar geproduceerd wordt met erkenning voor de bodem, mens en natuur en waar de heerlijkste gerechten bereid worden, gebaseerd op een eigen identiteit. En met mijn werk zet ik me dagelijks in om dat voor elkaar te krijgen.
3. Toen de coronacrisis startte ben je direct aan de slag gegaan om de Flevour Box uit de grond te stampen. En box met allerlei lekkers uit Flevoland. Wat voor lekkers verbouwen jullie allemaal in Flevoland?
Het leukste is dat er zo ontzettend veel geproduceerd wordt in Flevoland. Niet alleen qua hoeveelheden, maar ook qua verschillende gewassen. Aan het begin van het jaar, wanneer de boeren de bouwplannen aan het maken zijn, begin ik altijd met het maken van een kleine inventarisatie en vraag ik rond wat er dat jaar allemaal verbouwd gaat worden in onze polders. Van natuurlijk de bekende aardappelen en uien, tot aan aubergines, nectarines, rode wortelen, quinoa en saffraan. En het leukste aan mijn werk vind ik om anderen telkens te verrassen met wat Flevoland allemaal te bieden heeft.
De Flevour box zijn we gestart tijdens de crisis. Maar behalve als een oplossing voor de huidige crisis is de Flevour box ook een hele logische stap geweest in de ontwikkeling van de Flevolandse gastronomie. Met deze box wilden we de diversiteit van Flevolandse smaken laten zien, vandaar dat er ook bijzondere producten als speltkorrels, quinoa en specerijen in zitten. De specerijen uiteraard niet uit Flevoland, maar wel samengesteld door Nadia Zerouali, kookboekenschrijfster, smaakmaker en inwoner van Almere. De smaak van Flevoland is dan ook wereldse smaken gemaakt met lokale ingrediënten.
4. Wat maakt Flevoland, als land- en akkerbouw gebied zo speciaal dat daar zoveel lekkers vanaf komt?
Voedsel heeft een belangrijke invloed op de vormgeving van onze wereld en dit is ook duidelijk zichtbaar in de ontstaansgeschiedenis van de jongste provincie van Nederland. Op 14 juni 1918 werd de Zuiderzeewet aangenomen om het land te beschermen tegen extreme overstromingen en om landbouwgrond te creëren, zodat Nederland zichzelf kon gaan voorzien van voedsel en we nooit meer iets als de hongerwinter hoeven meemaken.
En ja, dankzij de enorm vruchtbare bodem en de zorgvuldig geselecteerde boeren zijn de agrarische productiecijfers altijd hoog geweest en dat proef je terug in de producten die daarop verbouwd worden, en dat is altijd zo gebleven.
Flevolandse boeren zijn vooruitstrevend en innoverend. Die pioniersgeest blijf je terug zien en proeven. Maar ook hier staan we voor een keerpunt. De afname van bodemkwaliteit is ook voor Flevolandse boeren een belangrijk onderwerp. Blijven we meer produceren of gaan we kijken hoe en of we ook op een andere manier kunnen boeren? Ik vind het mooi om te zien dat verschillende partijen op dit moment bezig zijn om deze vraag te beantwoorden en na blijven denken over het feit hoe we de wereld blijven voeden. Flevoland is gemaakt om Nederland te voorzien van voedsel, maar is tegenwoordig de voorraadkast van Europa. Voor mij het perfecte voorbeeld van hoe Sicco Mansholt ooit invulling gaf aan het Europese landbouw systeem. Maar de jonge provincie is ook nu één van de voorlopers op het gebied van anders boeren. Zo vind je in Flevoland de meeste biologische boeren en wordt er onderzoek gedaan naar strokenteelt en de invulling van kringlooplandbouw.
5. In Nederland staat Flevoland helemaal nog niet zo bekend als gebied waar veel groente, fruit en ander eten vandaan komt. Gaat hier verandering in komen denk je?
Dat klopt en dat is opzich ook niet zo gek. Ongeveer 80% van wat de boeren in Flevoland produceren, is voor export. We zien nauwelijks ‘onze eigen’ producten terug in de supermarktschappen. Vele inwoners van Flevoland weten zelf niet eens wat er allemaal om hun heen verbouwd wordt. Toch zie ik daar langzaam aan verandering inkomen en probeer ik daar zelf natuurlijk ook hard aan te werken.
Volgens mij hebben de boerderijwinkels in Flevoland nog nooit zulke hoge omzetten gedraaid als tijdens de crisis. Dat is natuurlijk geweldig. Aan de ene kant voor de boeren zelf, maar aan de andere kant betekent het ook dat inwoners ze hebben weten te vinden. Ik geloof wel dat het inwoners heeft laten beseffen hoeveel je lokaal kan kopen.
Ik hoop dat we over een paar jaar meer van eigen grond gaan eten en ons basisbehoefte lokaal inkopen. Dat er nu zoveel voedsel geïmporteerd wordt, terwijl het ook gewoon om de hoek verbouwd wordt, vind ik gewoon niet meer kunnen. Dat de uien in onze supermarkt uit Nieuw-Zeeland komen, is natuurlijk te absurd voor woorden. Daar moeten we iets aan veranderen.
Maar het moet ook weer niet zo zijn dat alles wat we verbouwen lokaal afgezet moet worden. Het gaat om het vinden van de juiste balans tussen dat wat we lokaal kunnen produceren en afzetten en dat wat we exporteren en importeren.
6. Welk product wat nu nog niet uit Flevoland komt, hoop dat je er over een paar jaar wel van het land kunt kopen?
Oeh lastige vraag. Daar heb ik niet direct een antwoord op, ook omdat ik vind dat die keuze niet bij mij ligt, maar bij de boer zelf. Wel hoop ik dat boeren zelf gaan ontdekken welke gewassen nog meer passend zijn voor ons klimaat en bij hun eigen werkwijze. Dat ze blijven denken aan diversiteit en innovatief blijven. Maar eigenlijk zie ik dat om me heen ook al gebeuren. Voornamelijk in de steden in Flevoland kennen we een grote diversiteit aan culturele achtergronden. Ik zou het leuk vinden om met inwoners samen te kijken naar welke gewassen zij traditioneel gebruik maken en kijken of we die hier ook kunnen verbouwen. Zo heb je in Almere bijvoorbeeld een volkskas waar ze veel Surinaamse groenten verbouwen, zoals sopropo, kouseband, tajerblad en ook citroengras. Een mooi voorbeeld.
7. Als we straks weer allemaal wat vrijer op pad mogen, en een foodtrip naar Flevoland willen maken. Wat raad je ons aan?
Op een perfecte zomerse zaterdag zou ik aanraden om je dag te beginnen op de biologische boerenmarkt op de Kemphaan in Almere. Alles daar is lekker, maar mijn favoriete zijn zeker de appeltaart van Roos, ossenworst van Tineke van de stadsboerderij, Kornoeljejam van Almeerse Weelde, Karnemelkbrood van Zonnehoeve en de crêpes van Jelmer. En vraag vooral naar de verhalen achter deze Flevolandse producenten, wat die zijn de moeite waard om aan te horen.
Je kan vervolgens lekker lunchen bij Neighbours Kitchen in Almere Nobelhorst, waar ze veel koken met lokale producten of bij mooi weer picknicken op het land van Boerkok in Lelystad. Daarna zou ik doorrijden naar Urk om eerst bij de jongens van de Fant kibbeling te eten en daarna even het dorp in te gaan. Ik zou de trip afsluiten met je voeten in het zand bij het strandpaviljoen van Netl in Kraggenburg.
Maar natuurlijk neem ik je ook graag een dagje mee op reis door het voedsellandschap van Flevoland. Laat het maar gewoon weten!
Tekst // Eva Flantua & Eline Beltman
Beeld // Archief Eva Flantua
– Meer weten over Eva en haar werk? Kijk op www.studiodaagsch.com.
– De coronacrisis vraagt om creatieve ideeën en oplossingen. En laat die creatieve ideeën maar aan SFYN’ers over. Zij steken hun handen graag uit de mouwen en stampen in no-time lokale voedselboxen uit de grond, organiseren toffe webinars om je voedselkennis bij te spijkeren óf duiken de keuken in om zelf-gemaakte maaltijden hoogstpersoonlijk (en contactloos) aan huis te leveren. Benieuwd wie deze SFYN’ers zijn? In deze serie vragen wij ondernemende SFYN’ers het hemd van het lijf over hun anti-corona initiatief.
INFO@SFYN.NL
WEBSITE BY SANNESOFIA.NL
Sep 10, 2021 12:45 PM