Ons voedselsysteem is niet langer houdbaar. Rapport na rapport toont aan dat klimaatverandering een ernstige bedreiging van onze leefomgeving is, biodiversiteit daalt en de leefbaarheid op het platteland daalt. Al deze problemen hebben linken met ons voedselsysteem.
In de afgelopen 70 jaar zijn Nederlandse boeren enorm gestimuleerd om zoveel mogelijk voedsel te produceren. Onder het mom van “nooit meer honger” werd de Marshall hulp na de Tweede Wereldoorlog door landbouwcommissaris Sicco Mansholt ingezet om onze voedselproductie te professionaliseren. De Nederlandse landbouw werd radicaal hervormd, zodat voedsel grootschaliger en efficiënter geproduceerd kon worden. Naast economische welvaart en voedseloverschotten, had dit beleid tot gevolg dat ons platteland er op allerlei vlakken op achteruit ging.
Al in 1972 plaatste Mansholt dit vraagstuk op de agenda van de Europese politiek. In een brandbrief aan de voorzitter van de Europese Unie bepleitte hij een radicale ecologische koerswijziging, nodig om de explosief groeiende wereldbevolking op een duurzame en rechtvaardige manier van voedsel te kunnen voorzien. “We zijn op het ogenblik in een zeer ernstige crisissituatie. Hoe zullen onze kinderen en onze kleinkinderen denken over hoe wij op het ogenblik roofbouw plegen op allerlei terreinen in de natuur? […] Het is helemaal niet zo moeilijk. We weten wel wat we moeten doen. […] Het is alleen nu de vraag: vinden we genoeg mensen die bereid zijn om het te doen? En daar ben ik toch nog wel pessimistisch. Ik ben bang dat er heel harde lessen zullen komen, dat we ergens vastlopen. En dat het dan wel zal moeten, als het dan al niet te laat is.”
Dit inzicht stond haaks op de ongekende rationalisering en schaalvergroting van de Europese landbouw waarvoor hij kort daarvoor, in 1968, een akkoord had bereikt, en dat in hoofdlijnen nog altijd het Europese landbouwbeleid bepaalt. Mansholt kreeg echter nooit antwoord op zijn brief en hoewel de gevaren door velen onderkend worden, blijven structurele oplossingen uit. Ruim 45 jaar later zijn de grenzen waar Mansholt voor waarschuwde bereikt en dreigt het systeem vast te lopen, met grote maatschappelijke, ecologische en economische gevolgen.
Slow Food Youth Network vindt dat iedereen het verschil kan maken. Dat begint met kleine veranderingen in ons dagelijks consumptiepatroon, door lokaal in te kopen, minder dierlijke eiwitten te consumeren en seizoensgebonden te consumeren. Het totale effect van al onze keuzes, maakt het verschil en helpt ons naar een alternatieve manier van voedselproductie die onze planeet zo hard nodig heeft. Maar naast onze vork, geeft ook onze stem een keuze weer.
Of je het nu leuk vindt of niet, voedsel is politiek. Deze verkiezingen hebben een grote impact op de toekomst van ons Europese voedselsysteem. Gemiddeld betaalt een EU burger jaarlijks zo’n €115,- aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), in totaal bijna 40% van het totale Europese budget. De volgende hervorming voor dit GLB start in 2021. Dus deze verkiezingen, bepaalt het Parlement dat de structuur, richting, regels, beleid en financiering van de volgende GLB gaat vormgegeven. Stem daarom, want jouw stem op 23 mei bepaalt hoe!
– Dit artikel is geschreven in het kader van de Europese Parlementsverkiezingen, die van 23 tot en met 26 mei 2019 plaats in alle lidstaten van de Europese Unie. In Nederland kan je op donderdag 23 mei naar de stembus.
– SFYN roept consumenten op gebruik te maken van hun stemrecht en wij vragen hen te kiezen voor een partij of partijleider die zich inzet voor een schoner, eerlijker en duurzamer Europees landbouw- en voedselsysteem. Volg onze campagne via #votewithyourfork en #foodispolitics.
Tekst // Jorrit Kiewik
Beeld // Unsplash
Sep 10, 2021 2:32 PM